De Duitse Alpenroute gaat nu van Allgäu over in Opper-Beieren. De Pfaffenwinkel, ons eerste gedeelte van Opper-Beieren, dankt zijn naam aan zijn talrijke barokke kerken en kloosters. Bijzonder bezienswaardig is het Welfenmünster in Steingaden - een Norbertijns klooster (de monniken dragen een wit habijt) met een prachtige tuin. Ook zeer de moeite waard is het meesterwerk van Dominikus Zimmermann: de Bedevaartskerk van Wies.

Na de Echelsbacherbrug begint het Ammergebergte. In Unterammergau waren ooit meer dan 50 slijpsteenmakers gevestigd. In het Wetzsteinmuseum, gehuisvest in een realistisch replica van een smederij, leren we alles over het oude handwerk van het slijpsteenmaken. In Oberammergau kunnen we onszelf verliezen en tijdens de hitte van een zomerse middag in winkels op zoek gaan naar kerstartikelen. Op onze weg ligt ook Slot Linderhof, de kleinste van de drie paleizen van koning Ludwig II en hetgene waar hij het vaakst was. Ook komen we langs het benedictijnenklooster van Ettal, met zijn talrijke bedrijven, zoals een brouwerij, distilleerderij, melkhandel, restaurant en hotel. Over de bergpas Ettaler Sattel dalen we een goede vier kilometers op een helling van 8% naar Oberau en Farchant in Werdenfelser Land. Het zicht op het Wettersteinmassief met de bergen Alpspitze en Zugspitze is indrukwekkend en begeleidt ons de komende paar kilometer met telkens veranderende perspectieven. Vervolgens bereiken we Garmisch-Partenkirchen waar regelmatig sportgeschiedenis wordt geschreven. Mittenwald is ook een bezoek waard: dankzij de positie op de 'Via Raetia' (een Romeinse weg), verkreeg het plaatsje al vroeg het recht om markten te houden. Mittenwald is ook internationaal vermaard vanwege de 300 jaar oude traditie van vioolbouwen.

We gaan nu langzaam door de rustige dorpjes van Krün en Wallgau cruisen. Aan de ene kant rijzen de uitdagende klippen van het Karwendelgebergte steil omhoog, aan de andere kant zien we het laatste én misschien wel mooiste uitzicht op het Wettersteinmassief.